Ik huil mijn ogen uit
Ze kwijnen weg in veelvoud
de hou vol methode
van een geraamte
van een gemixt
gratenpakket
we kunnen overal naartoe
zonder te straffen op straat
in de zolderkamer is kaviaar,
die zijn nog niet uitverkocht.
in uitgekeken bloed
waar fonteinen mee worden bekogeld
in overvloed nu, zwem ik samen
ik wordt bekogeld door ruis van mijn buren
als wilde vissen zwemmen ze over de grond
ze maken me wakker met hun pizza ontbijten
en poffertjes partijen
ik kijk uit naar weglopen in het wild, zonder gestraft te worden
ik wil verder
maar een handruk verzilverd met bloed houdt me hier
lieve moeder
wilde naar je toekomen
maar het risico straft me
je computerstem van kilometers verderop
brengt me in een diepe slaap
ik zou jullie willen grijpen
maar jullie zijn onbereikbaar
zo iets kleins, dat ook klauwen heeft
verpest de korrels,
waar wij uit opgebouwd zijn.